Bij de montage opdracht moest je jezelf vaker in
één beeld monteren, aan de hand van
photoshop. De kunst was om toch een interactie met je eigen figuren te
creëren, ondanks dat het niet echt gebeurt natuurlijk. Daarom moet je goed bedenken waar je 'jezelf' neer zet op de foto. Natuurlijk moet je gebruik maken van je statief. Want je moet alle foto's van dezelfde hoek nemen. Je neemt één foto als achtergrond. Daarop ga je met de andere foto's in lagen werken. Dan zet je een masker over een foto heen, zodat je in het masker werkt en niet in de foto zelf, zodat die nog 'goed' blijft. Je gaat vooral te werk met dingen wegpoetsen en tevoorschijn halen. Het is een lastig karwei om te kijken wat naar voren gehaald moet worden en wat niet. Maar als je uiteindelijk door hebt hoe de knoppen allemaal werken, weet je wel hoe je te werk moet gaan.
Met de klas hebben we de montages besproken. Bij de mijne kwamen we tot de conclusie dat het figuur rechts op de grond nogal afwijkt qua kleuren/scherpte vergeleken met de rest. Daarom was het misschien beter geweest als dat figuur helemaal weg was gelaten.
